Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
Veel risicofactoren voor geweld onder jongeren houden verband met het ervaren van langdurige of herhaalde stress. Deze stress kan de ontwikkeling van de hersenen negatief beïnvloeden. Bekende risicofactoren voor gewelddadig gedrag zijn onder andere:
Er lijkt een verband te zijn tussen geweld en toegang tot vuurwapens, blootstelling aan geweld via de media (zoals sociale media en nieuwsplatforms) en blootstelling aan kindermishandeling en huiselijk geweld. Gewelddadige videospellen kunnen kinderen ongevoelig maken voor geweld. Hoewel deskundigen niet denken dat ze er daadwerkelijk toe leiden dat kinderen gewelddadig worden, raken kinderen die eraan worden blootgesteld er meer aan gewend dat geweld deel uitmaakt van het leven. (Zie ook Overzicht gedragsproblemen bij kinderen.) Betrokkenheid bij bendes Bendeleden zijn meestal tussen de 13 en 24 jaar oud. Bendes gebruiken meestal een naam en identificerende symbolen, zoals een bepaalde kledingstijl, het gebruik van bepaalde handtekeningen, tatoeages of graffiti. Sommige bendes eisen van aspirant-leden dat ze willekeurige gewelddaden plegen voordat ze lid worden. Het toenemende geweld door jeugdbendes wordt ten minste gedeeltelijk toegeschreven aan de betrokkenheid van bendes bij de distributie en het gebruik van drugs, met name methamfetamine en heroïne. Pesten Sociale spanningen, zoals een laag gezinsinkomen en een laag opleidingsniveau van de ouders, zijn risicofactoren voor pesten. Pesten kan verschillende vormen aannemen, waaronder:
"Sexting", het delen van seksueel geladen berichten of foto's (meestal via de mobiele telefoon), kan een vorm van cyberpesten zijn als de berichten of foto's opzettelijk worden gedeeld met andere mensen om het kind dat het bericht of de foto heeft geschreven of erin voorkomt in verlegenheid te brengen of te schaden. Pesters doen hun best om hun gevoel van eigenwaarde op te blazen. Ze geven vaak aan dat pesten gevoelens van macht en controle creëert. Slachtoffers vertellen vaak aan niemand dat ze gepest worden, omdat ze zich schamen, omdat ze het gevoel hebben dat er niets zal worden gedaan, of omdat ze bang zijn dat de pester wraak zal nemen. Kinderen die gepest worden, kunnen een breekpunt bereiken waarop ze terugslaan met mogelijk gevaarlijke of catastrofale gevolgen. Zowel pesters als hun slachtoffers lopen het risico op een slechte afloop. Slachtoffers lopen het risico op lichamelijk letsel, een slecht gevoel van eigenwaarde, angst, depressie en schoolverzuim. Veel slachtoffers van pesten worden zelf pesters. Pesters lopen een grotere kans om op latere leeftijd in de gevangenis te belanden. Pesters hebben minder kans om als volwassene op school te blijven, werk te hebben of stabiele relaties te hebben. Preventie
Bronnen:
|